Schildklier zelftest

Schildklier test

Een schildklier test uitvoeren omdat u moe bent? Wilt u het liefst de hele dag in bed blijven liggen en heeft u veel slaap nodig? Dan kan er sprake zijn van een niet goed functionerende schildklier. Met behulp van onze schildklier test kunt u simpel en snel uw schildklier testen.

Test uw schildklier gemakkelijk en snel met de Sanelco schildklier test of uw TSH waarde naar behoren is. Met een lancet en een drupje bloed achterhaalt u binnen een kwartier de waarde van uw TSH.

»  Test uzelf gemakkelijk en snel thuis in uw vertrouwde omgeving
»  
Bekijk direct de uitslag
»  
Werk -binnen een dag- verder aan uw gezondheid

€19,95,-  (incl. BTW)

Test uzelf gemakkelijk thuis

Snelle uitslag van de test (binnen 15 minuten)

Geeft sturing aan uw gezondheid

Waarom de schildklier zelftest gebruiken?

Auto’s hebben dashboards die ons vertellen wat er onder de motorkap gebeurt en wanneer we actie moeten ondernemen. Waarom zouden we dat niet hebben voor onze gezondheid?

Met de Sanelco Schildklier zelftest kunt u zaken ophelderen en/of bepaalde symptomen uitsluiten in uw zoektocht naar goede gezondheid. De schildklier zelftest geeft een kwalitatieve uitslag. Dit betekent dat de test een positief of negatief resultaat kan geven. Met dit resultaat kunt u vervolgstappen zetten naar of een dokter of verder onderzoeken wat uw klachten voor oorzaak hebben. Bij de uitvoering van deze schildklier zelftest neemt u een monster van uw bloed. Dit bloed kunt u zelf afnemen uit uw vinger met gebruik van de bijgeleverde prikker.

Schildklier symptomen

Schildklier aandoeningen worden vaak over het hoofd gezien. Herkent u enkele van de onderstaande schildklier symptomen (klachten) bij uzelf? Dan kan er sprake zijn van een niet juist werkende schildklier.

  • U voelt zich rusteloos, nerveus, emotioneel, prikkelbaar, u slaapt slecht en bent altijd ‘bezig’
  • Trillende handen, hartkloppingen, kortademigheid
  • Gewichtsverlies ondanks een toegenomen eetlust
  • Zweten, een afkeer van warmte en meer dorst
  • Diarree of vaker naar het toilet moeten dan normaal
  • Huidproblemen, bijvoorbeeld haaruitval of jeuk
  • Menstruatieveranderingen, menstruatie wordt vaak licht of onregelmatig
  • Vermoeidheid en spierzwakte

Trage schildklier

Vermoed u dat u een trage schildklier heeft? Herkent u zich in de symptomen die behoren bij een trage schildklier? Met de Sanelco Schildklier zelftest kunt u zaken ophelderen en/of bepaalde symptomen uitsluiten in uw zoektocht naar goede gezondheid. De schildklier zelftest geeft een kwalitatieve uitslag. Dit betekent dat de test een positief of negatief resultaat kan geven. Met dit resultaat kunt u vervolgstappen zetten naar of een dokter of verder onderzoeken wat uw klachten voor oorzaak hebben. Bij de uitvoering van deze schildklier zelftest neemt u een monster van uw bloed. Dit bloed kunt u zelf afnemen uit uw vinger met gebruik van de bijgeleverde prikker.

Lees hieronder de antwoorden op veel gestelde vragen en uitgebreide informatie over de schildklier zelftest.

Schildklier test

Schildklier symptomen

Uw prikt met de bijgevoegde lancet in uw vinger en laat druppels bloed in de uitsparing van de test vloeien.

Draai hierna de dop van het bijgeleverde flesje en voeg een aantal druppels toe in de uitsparing.

De test zal hierna zijn functie vervullen en in een korte tijd een uitslag geven.

De uitslag is kwalitatief wat betekent dat u een duiding krijgt in de vorm van een ‘positief’ of ‘negatief’ resultaat.

Met dit resultaat kunt u mogelijk bepaalde zaken uitsluiten en vervolg stappen zetten in de zoektocht naar uw gezondheid

Bij een trage werking geeft de schildklier te weinig schildklierhormonen af. Dat kan verschillende oorzaken hebben:

Ziekte van Hashimoto
In negentig procent van de gevallen is de ziekte van Hashimoto de oorzaak van een traag werkende schildklier. Bij deze auto-immuunziekte is er sprake van een chronische ontsteking van de schildklier. De ontsteking ontstaat doordat het lichaam antistoffen tegen de schildklier heeft aangemaakt. Als reactie daarop maakt de schildklier te weinig schildklierhormoon aan. Uiteindelijk kan de schildklier daar zelfs helemaal mee stoppen.

Na behandeling van een andere schildklieraandoening
Soms is de schildklier (gedeeltelijk) verwijderd tijdens een operatie, vanwege een andere schildklieraandoening. Deze kan dan geen schildklierhormonen meer produceren. Bij een struma of een te snel werkende schildklier krijgen sommige patiënten een behandeling met radioactief jodium. Als gevolg daarvan ontstaat vaak een traag werkende schildklier.

Na een ontsteking van de schildklier
Een ontsteking van de schildklier ontstaat vaak na een keelontsteking. Meestal werkt de schildklier hierdoor tijdelijk eerst te snel en daarna tijdelijk te traag.

(Bron: mmc.nl)

In het beginstadium van een schildklieraandoening kan het moeilijk zijn een diagnose te stellen. Bloedwaarden kunnen op en neer gaan, net als de klachten. De verschillende antistoffen kunnen eerst aanwezig zijn en nadien weer verdwijnen. Naast het bloedonderzoek kunnen er ook nog extra, meestal ‘beeldende’ onderzoeken nodig zijn.

Ondanks alle onderzoeken kan het gebeuren dat er nog steeds geen duidelijke diagnose voor een schildklieraandoening kan worden gesteld. In dat geval kan er gekozen worden voor een proefbehandeling met levothyroxine, om te kijken of dat de klachten vermindert.
Meestal is er dan wel sprake van een subklinische hypothyreoïdie of subklinische hyperthyreoïdie.

Als de diagnose hypothyreoïdie duidelijk is, zal er een behandeling met levothyroxine worden ingezet.

Als de diagnose hyperthyreoïdie duidelijk is(een te snel werkende schildklier), zal u na een bezoek bij de dokter meestal worden door verwezen naar een internist voor behandeling. Voor nog meer uitgebreide informatie kunt u hier verder lezen.

Bent u zwanger of heeft u een kinderwens, dan is het extra belangrijk – voor uzelf maar zeker ook uw kind – direct een goede behandeling te krijgen. Voor meer informatie hierover bezoekt u Son.

(Bron: Son)

In principe is de test geschikt voor mannen en vrouwen van iedere leeftijd. Wanneer u enkele symptomen zoals hierboven beschreven, bij uzelf herkent is het verstandig om dit verder te onderzoeken.

Bepaalde groepen in onze bevolking hebben een grotere kans op een minder goed werkende schildklier. Denk aan mensen die geopereerd zijn of mensen met een struma.

De schildklier wordt aangestuurd door TSH (schildklier stimulerend hormoon). De hypofyse maakt dit hormoon. De TSH-waarde is een indicatie hoe de schildklier functioneert.

 

Hypothyreoïdie
Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH. Je noemt dit ook wel een trage schildklier of hypothyreoïdie.

Hyperthyreoïdie
Is er te veel schildklierhormoon, dan maakt de hypofyse weinig TSH. Je noemt dit ook wel een snelle schildklier of hyperthyreoïdie.

T4(thyroxine) en T3(thyronine)

De schildklier maakt twee soorten hormonen aan: T4 (thyroxine) en T3 (thyronine). Het hormoon T4 is een soort voorloper. T3 is het actieve hormoon. Naar behoefte van het lichaam, weefsels en cellen wordt T4 omgezet in T3. Dat gebeurt onder andere in de lever, de spieren en de hersenen.

FT4 en FT3

Het grootste deel van het T4- en T3-hormoon bindt zich aan eiwitten in het bloed. Een kleine hoeveelheid van het hormoon is direct beschikbaar. Dit wordt aangegeven met de letter F van free = vrij.
FT4 = vrij T4 en FT3 = vrij T3.

Normaalwaarden zijn de grenswaarden die horen bij een normale werking van de schildklier (euthyreoïdie). De arts vergelijkt een gemeten waarde met de normaalwaarden. Zo ziet hij of deze binnen de normale grenzen ligt. Als deze waarde buiten de grenzen valt, doet een arts verder onderzoek. Als de waarde binnen de normaalwaarden ligt, kijkt een arts eerder naar andere oorzaken van de klachten.

 

Elk laboratorium hanteert zijn eigen normaalwaarden; deze worden bij de uitslag vermeld.
De meest gebruikelijke waarden zijn:

TSH 0,4 – 4,0 mU/l
T4 64 – 154 nmol/l
FT4 9 – 24 pmol/l
T3 1,2 – 3,4 nmol/l
FT3 3 – 8 pmol/l

 

TSH- en FT4-waarde bij gebruik van levothyroxine (Thyrax, Euthyrox)

Vaak voelen patiënten zich het beste bij een TSH-waarde in het laag-normale gebied (TSH lager dan 2,0) en een vrije-T4-waarde in het hoog-normale gebied.
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er extra T4 nodig is voor de omzetting in T3, dat anders door de schildklier geproduceerd wordt. Verder bevinden de TSH-waarden van de meeste gezonde mensen zich ook in het laag-normale gebied.

Antistoffen TPOTg en TSH-receptor

Vaak is een schildklieraandoening een auto-immuunziekte. Het lichaam maakt antistoffen tegen het eigen weefsel.

Antistoffen TPO, normaalwaarden in IE/ml

< 60 negatief

60 – 100 dubieus

> 100 positief

Antistoffen Tg, normaalwaarden in IE/ml

< 280 negatief

280-344 dubieus

> 344 positief

Antistoffen tegen de TSH-receptor, normaalwaarden in IE/l

< 1,0 negatief

1,0 – 1,5 dubieus

> 1,5 positief

Bij Graves’ hyperthyreoïdie nu of in het verleden moet tijdens de zwangerschap het bloed altijd gecontroleerd worden op TSI-antistoffen. Dat gebeurt t/m de zesde maand. Als er TSI-antistoffen zijn aangetoond, dient de controle in de laatste drie maanden van de zwangerschap te worden herhaald. Deze antistoffen kunnen via de placenta bij de baby terecht komen.

In de laatste drie maanden kunnen die antistoffen de schildklierfunctie beïnvloeden van de baby. Hierdoor kan de baby zelf hyperthyreoïdie krijgen. Dit is gelukkig zeldzaam, bij ongeveer 1 tot 5% van alle zwangerschappen van alle ‘Graves-zwangeren’. Maar als het voorkomt, heeft de baby meer kans op onder andere groei- en ontwikkelingsstoornissen, een te snelle hartslag en een te grote schildklier struma.

Een struma kan problemen geven bij een bevalling. In dit geval moeten een internist en gynaecoloog de zwangerschap en bevalling goed begeleiden.

Hypothyreoïdie

 

Bij hypothyreoïdie – een ‘trage schildklier’ – maakt de schildklier geen of te weinig schildklierhormoon. De oorzaak kan verschillen. Patiënten met hypothyreoïdie worden in principe behandeld met

levothyroxine (T4), daarnaast zijn ook

liothyronine (T3) en

dierlijk schildklierhormoon op de markt.

Bekijk ook de bijsluiters van de medicatie.
Voor vragen over het gebruik van medicijnen kun je ook terecht bij de Schildkliertelefoon.

Voorbereiding consult

Een goede samenwerking tussen arts en patiënt is van groot belang voor een goede behandeling. De behandelaar heeft de (medische) kennis. maar de behandelaar is ook afhankelijk van uw informatie, om te weten hoe het met u gaat en wat u van belang vindt.

 

Levothyroxine – T4

Liothyronine – T3

Dierlijk schildklierhormoon

Levothyroxine – T4

De standaardbehandeling van hypothyreoïdie bestaat uit levothyroxine. Tabletten levothyroxine (T4) zijn verkrijgbaar in diverse merken en merkloze geneesmiddelen. Overleg met uw arts welke medicatie het beste is. In het algemeen geldt dat indien je goed bent ingesteld op een bepaald merk, u niet meer moet wisselen (conform huisartsenstandaard en handleiding apotheken). Levothyroxine zorgt in het bloed voor een constant niveau van schildklierhormoon.

Als de schildklier nog gedeeltelijk werkt, vullen de tabletten het tekort aan. Wanneer de schildklier niet meer werkt, vervangen de tabletten de functie van de hele schildklier. Er bestaat geen medicijn dat de schildklier kan genezen.

Bij jonge, gezonde mensen kan direct worden gestart met de verwachtte benodigde dosering. Bij ouderen wordt de dosering in stappen verhoogd tot de verwachte einddosis.
Na een behandeling met radioactief jodium en een operatie waarbij snel sprake is van hypothyreoïdie, kan ook direct een volledige dosis T4-hormoon gegeven worden.
Als de verwachte onderhoudsdosis is bereikt, dient aan de hand van bloeduitslagen en de klachten van de patiënt de dosering nader te worden afgestemd. Lees over de (fijn)afstemming van medicatie meer in de richtlijnen.

Bij goed ingestelde patiënten is:
de TSH-waarde meestal laag-normaal (lager dan 2, rond de 1).
het vrije T4 (FT4) is dan meestal hoog-normaal (hoger dan 16).

Bron: www.schildklier.nl

Mensen met een schildklieraandoening hebben vaak last van vermoeidheid. Dit kan zelfs impact hebben op uw werk (minder productief of zelfs een “burn out”) en sporten. Het is belangrijk dat u uw grenzen leert kennen. Zorg voor een omgeving waarin u intensieve momenten kunt afwisselen met rust. Hebt u veel te doen, probeer dan goed te doseren. Voorkom piekbelasting. Beschrijf wat en waar u iets doet. Vervolgens bekijkt u welke onderdelen veel en welke weinig energie kosten. Zo kunt u een dag- of weekschema maken, waarmee u beter kunt kiezen wat u wel en niet kunt doen. Blijf in beweging en bespreek uw klachten met uw behandelaar en zoek eventueel een lifestyle coach.

Restklachten

Een deel van de patiënten houdt ondanks een optimale instelling op medicatie – op geleide van bloeduitslagen – restklachten. Denk daarbij aan moeheid, gewrichts- en spierpijn en geheugen-/concentratieklachten. Het is hierbij zeer goed mogelijk dat een pilletje een optimale schildklierfunctie niet per se kan nabootsen. Van belang is overige oorzaken van restklachten zorgvuldig na te gaan en uit te sluiten. Daarbij moet gelet worden op de aanwezigheid van andere auto-immuunziekten zoals:

– Suikerziekte (diabetes mellitus type I)
– Te trage bijnier (ziekte van Addison)
– Vitamine B12-tekort (pernicieuze anemie)
– Glutenintolerantie ook wel coeliakie, voor meer informatie leest u gerust verder over glutenintolerantie

(Bron: Son)