Wanneer iemand testen op drugsgebruik?

Wanneer kan het verstandig zijn om iemand te testen op drugs?

Allereerst: dat bepaalt u helemaal zelf en in overleg met de te testen persoon. Wanneer u iemand niet (meer) helemaal vertrouwt, hij of zij wel diverse kenmerken vertoont van drugsgebruik maar ontkent dat er drugs gebruikt is, kan het testen op drugsgebruik in sommige gevallen een passende manier zijn om het vertrouwen in iemand terug te krijgen. Maak het vermoeden bespreekbaar, accepteer de huidige situatie en begrijp dat drugs een enorm aantrekkende werking hebben. Probeer samen een oplossing te vinden die bij u/jullie past. Begrijp ook dat een eventuele terugval er helaas vaak bijhoort.

We zien vaak dat kinderen, maar ook ouderen zoals partners, juist met het laten afnemen van een drugstest aan hun omgeving willen laten zien dat zij niet (meer) gebruiken. Gezamenlijk bepalen of er wel of niet getest kan worden blijft natuurlijk een keuze waar beide partijen achter moeten staan. Willen jullie op deze manier het drugsgebruik terugdringen? Liegen over gebruik is een zeer vaak voorkomend verschijnsel. Een sneltest kan helpen om duidelijkheid over de gemaakte afspraken te scheppen. Mocht u er samen niet uitkomen dan kunt u altijd advies vragen bij uw huisarts, de plaatselijke GGD en/of andere hulpverleningsinstanties.

Waarom gebruiken mensen drugs?

Er bestaat geen enkele drug die mensen tegen hun wil “in zijn/haar macht krijgt”. Drugsgebruik is in eerste instantie altijd een keuze van de gebruiker. Vaak weet de gebruiker echter niet waarvoor hij precies kiest, omdat hij de risico’s en de eigenschappen van drugs onvoldoende kent. De mogelijke consequenties worden in eerste instantie vaak weggewuifd. Dat geldt vooral als iemand voor de eerste keer drugs gaat gebruiken. Veel mensen doen dat als ze jong zijn, bijvoorbeeld om mee te doen met anderen, om de grenzen te verkennen, uit nieuwsgierigheid, om stoer te doen, om verveling te verdrijven of vanwege de spanning die gebruik met zich mee kan brengen (het mag immers niet, je moet het stiekem doen). Daarnaast spelen trends een rol. Ook zijn er instituten die aangeven dat sommige mensen vatbaarder zijn voor drugsgebruik (o.a.drugsgebruik als zelfmedicatie). Het gebruik en de zucht naar drugs zou een gevolg zijn van de genetische samenstelling van de gebruikende persoon. Tezamen met andere persoon- en gedragskenmerken levert dit dan een hoger risicoprofiel op. Deze personen raken eerder daadwerkelijk verslaafd aan drugs.

Gebruik van drugstesten, als gedragsafsprakentest om gedrag te veranderen

Bij het oplossen van problemen met betrekking tot drugsgebruik gaat het er niet om dat er wordt aangetoond dat er wel of geen drugs is gebruikt: Het gaat er om dat de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot het drugsgebruik worden nagekomen. Het testen is geen doel op zich: het blijft een middel. Juist met elkaar in gesprek gaan en blijven om drugsproblemen op te lossen is het doel. Het testen kan slechts een middel zijn om dit te bewerkstelligen. Sommige te testen mensen vinden het juist prettig als middel om zich te laten testen op drugs, het functioneert dan als de “stok achter de deur”. Gebruikers weten dan dat zij getest zullen of kunnen gaan worden en zullen daardoor hun eventuele drugsgebruik heroverwegen. Het kan ze sterker maken om geen drugs te gebruiken.

Doorgaan met het gebruiken van drugs

Of iemand doorgaat met gebruiken ligt in eerste instantie aan de persoon, maar ook aan zijn omgeving. Wanneer de directe omgeving – met name de vriendenkring waarin hij of zij verkeert – bepaald gebruik accepteert of afwijst, dan heeft dat, zeker op jonge leeftijd, grote invloed. Het afwijzen van drugsgebruik van een ander hoeft er echter niet toe te leiden dat hij of zij ook stopt met gebruiken. Het kan er ook toe leiden dat iemand dan een andere (sociale) omgeving opzoekt, waarin het gebruik wel wordt geaccepteerd. Drugsgebruik is een fenomeen dat zich niet tot een bepaalde groep of klasse beperkt en komt in alle lagen van de samenleving voor. Hetzelfde geldt voor alcoholverslaving. De verschillende typen drugs worden doorgaans in verschillende omstandigheden gebruikt. Sommige gebruikers beperken zich tot één soort drugs, andere gebruikers nemen verschillende soorten drugs, afhankelijk van de stemming waarin zij verkeren:

Wanneer gebruik tot misbruik (verslaving) leidt, speelt de oorspronkelijke overweging om te gebruiken niet meer zo’n grote rol. Het kan zijn dat het drugsgebruik voor iemand een manier is geworden om de werkelijkheid te ontvluchten. Nog een stap verder is er helemaal geen sprake meer van een keuze: de gebruiker is dan afhankelijk geworden van de drugs. het is niet zo dat iemand automatisch van de ene in de andere fase belandt. Dat ligt aan het middel, aan de persoon zelf, de omgeving en situatie waarin hij/zij verkeert. Hoewel veel mensen dat denken, is het zeker niet zo dat iedereen die drugs gebruikt ook echt verslaafd raakt. Veel gebruikers, bijvoorbeeld van softdrugs, stoppen na enige tijd met experimenteren. Bedenk echter wel dat alleen al in Nederland vele tienduizenden verslaafden rondlopen. Zij waren bij aanvang van het gebruik vast niet van plan om afhankelijk (geestelijk en/of lichamelijk) te worden van deze stoffen.

Drugsgebruik brengt veel persoonlijke en maatschappelijke problemen met zich mee. Dat hoeft niet altijd zo te zijn, maar dit helaas wel regelmatig het geval. Recente studies tonen aan dat alcohol- en drugsgebruik op jongere leeftijd ook negatieve tot zeer negatieve invloeden heeft op de hersenen zelf. Zeker tot een jaar of zeventien zouden kinderen eigenlijk niet moeten experimenteren met soft- en harddrugs )waaronder eigenlijk ook het sociaal veel meer geaccepteerde gebruik van alcohol en nicotine valt). Onder invloed van bijvoorbeeld sociale druk en het niet geaccepteerd zijn van drugs en drugsgebruik in onze samenleving, zullen veel drugsgebruikers liegen of er om heen draaien wanneer zij moeten aangeven dat ze wel of niet gebruiken. Het verliezen van vertrouwen van je omgeving in jou als gebruiker is iets wat je graag ten koste van alles wilt voorkomen. Het testen op drugs is soms een goed middel om de koe bij de horens te vatten en een echt begin te maken met het oplossen van de problemen.

Vroege rokers: groter risico op wietgebruik

Ook even ‘goed’ om te weten: Veel vroege rokers (10-14 jaar) maken in Nederland de stap naar blowen, (wiet, hasj & cannabis) zoals in onderzoek is aangetoond. Zowel sigaretten als wiet zijn, zeker op jonge leeftijd, niet goed voor de ontwikkeling van de hersenen.