Klachten en symptomen van glutenintolerantie

Wat is gluten intolerantie, oftewel coeliakie

coeliakie gluten intolerantieCoeliakie is de officiële naam voor glutenintolerantie, een onverdraagzaamheid voor gluten. In Nederland noemt men dit ook vaak glutenallergie alhoewel dat niet juist is. Coeliakie (spreek uit: seuliakíé) is een immuunreactie op het eten van gluten, een eiwit dat aanwezig is in tarwe, gerst, spelt, kamut en rogge. Simpelweg komt het er op neer dat mensen met coeliakie het consumeren van gluten niet kunnen verdragen.

Als u coeliakie heeft, leidt het eten van gluten tot een immuunrespons in uw dunne darm. Na verloop van tijd beschadigt deze reactie het slijmvlies van uw dunne darm en voorkomt het absorberen van sommige voedingsstoffen (malabsorptie). De darmbeschadiging veroorzaakt vaak buikklachten zoals diarree, buikpijn en een opgezette buik maar kan ook leiden tot vermoeidheid, gewichtsverlies en bloedarmoede. Deze reacties kunnen leiden tot ernstige complicaties.

Doordat de dunne darm bepaalde voedingsstoffen niet kan absorberen (malabsorptie) kan dit bij kinderen de groei en ontwikkeling beïnvloeden. Dit naast de symptomen die bij volwassenen ook voorkomen.

Klachten en symptomen van gluten intolerantie

De klachten die optreden bij coeliakie kunnen erg verschillen. In veel gevallen zijn het lichte klachten die niet goed te duiden zijn. Het kan dus goed zijn dat er veel mensen met coeliakie rondlopen maar de symptomen niet dermate erg zijn dat er wordt gedacht aan coeliakie. Bij kinderen kunnen de klachten al op jonge leeftijd ontstaan, al vanaf het eerste levensjaar. Dit heeft te maken met het feit dat baby’s op jonge leeftijd al voeding krijgen waarin gluten voorkomen zoals pap en brood. Deze baby’s kunnen achterblijven in groei, hebben weinig eetlust, een opgezette buik of hebben last van diarree. Bij volwassenen zijn de symptomen vaak minder duidelijk maar diarree, verstopping, opgezette buik en gewichtsverlies kunnen duiden op glutenintolerantie. Over het algemeen komt coeliakie 2 keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.

Coeliakie (glutenintolerantie) symptomen bij volwassenen

  • Aanhoudende diarree
  • Buikpijn
  • Opgezette buik
  • Vermoeidheid
  • Gewichtsverlies
  • Bloedarmoede
  • Overgeven
  • Stinkende en vettige ontlasting
  • Dermatitis herpetiformis, chronische huidaandoening met veel jeuk

Coeliakie (glutenintolerantie) symptomen bij kinderen onder de 2 jaar

  • Overgeven
  • Aanhoudende diarree
  • Opgezette buik
  • Verminderde eetlust
  • Spierverlies

Coeliakie (glutenintolerantie) symptomen bij oudere kinderen

  • Diarree
  • Constipatie
  • Gewichtsverlies
  • Prikkelbaarheid
  • Rem op de groei
  • Uitgestelde puberteit
  • Neurologische symptomen, inclusief aandacht-afwijking / hyperactiviteit stoornis (ADHD), leerstoornissen, hoofdpijn, gebrek aan spiercoördinatie en spieraanvallen.

Hoe is coeliakie te behandelen

Er is geen remedie voor coeliakie – maar voor de meeste mensen kan een streng glutenvrij dieet helpen om symptomen te beheren en darmherstel te bevorderen. Dit dieet betekend een levenslang glutenvrij dieet. Al na enkele weken zult u herstel merken en voelt u zich een stuk beter. In veel gevallen zal de dunne darm binnen 6 maanden tot een jaar weer hersteld zijn.

In veel gevallen denkt men een glutenvrij dieet te volgen maar zonder het te weten zijn veel voedingsproducten alsnog verontreinigd met gluten. Het is daarom aan te raden om een glutenvrij dieet op te stellen in samenwerking met een diëtist.

Bij sommige mensen biedt het volgen van een glutenvrij dieet geen uitkomst, de klachten worden niet minder. Na onderzoek kan het zijn dat de darmwand niet hersteld is, dit kan het geval zijn bij refractaire coeliakie (dit komt zeer sporadisch voor). Dit is een zeldzame vorm van coeliakie en komt vooral voor bij diagnose op latere leeftijd.

Oorzaak en erfelijkheid van coeliakie

Coeliakie treedt op bij een interactie tussen genen, het eten van voedsel met gluten en andere omgevingsfactoren, maar de precieze oorzaak is niet bekend. Zuigelingenvoeding, maag- en darminfecties en darmbacteriën kunnen bijdragen tot het ontwikkelen van coeliakie. Soms wordt coeliakie geactiveerd – of wordt voor het eerst actief – na een operatie, zwangerschap, bevalling, virale infectie of ernstige emotionele stress.

Wanneer het immuunsysteem van het lichaam een overreactie geeft op gluten in voedsel, brengt dit schade aan de darmvlokken (villi) in de dunne darm. Villi absorbeert vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen uit het voedsel dat u eet. Als uw villi beschadigd zijn, kunt u niet genoeg voedingsstoffen krijgen, ongeacht hoeveel u eet. Wat er in de praktijk gebeurt is dat de gluten de darmwand dermate beschadigen dat er geen darmvlokken meer over zijn.

Qua genen, als 1 van de eerstegraadsfamilieleden coeliakie heeft dan is er een verhoogde kans op coeliakie. Uit onderzoek blijkt dat bij eerstegraadsfamilieleden de kans op coeliakie 10% is. Dus 10 keer zo hoog als bij de algemene bevolking. Bij de algemene bevolking is de kans op aanwezigheid van de ziekte 1:100-150, ofwel 0,5-1%. Coeliakie kan ook aanwezig zijn bij mensen met weinig of geen klachten. Wanneer een eerstegraadsfamilielid zonder klachten wil worden onderzocht op coeliakie, kan dat simpel met behulp van onze zelftest (door middel van een vingerprik).

Het percentage van mensen met coeliakie in westerse landen wordt geschat op ongeveer 1 procent van de bevolking.  Coeliakie is meest voorkomend bij de Kaukasische bevolkingsgroep maar het wordt nu onder vele etnische groepen, wereldwijd gediagnosticeerd.

Coeliakie komt vaker voor bij mensen met:

  • Een familielid die coeliakie of dermatitis herpetiformis heeft
  • Type 1 diabetes
  • Down syndroom of Turner syndroom
  • Auto-immuun schildklierziekte
  • Microscopische colitis (MC), dit is de overkoepelende naam voor lymfocytaire en collagene colitis
  • De ziekte van Addison
  • Reumatoïde artritis

Mogelijke complicaties coeliakie

Als coeliakie niet behandeld wordt dan kan het leiden tot ernstige complicaties. Deze complicaties kunnen onder andere zijn:

  • De schade aan uw dunne darm betekent dat het niet genoeg voedingsstoffen kan opnemen. Ondervoeding kan leiden tot bloedarmoede en gewichtsverlies. Bij kinderen kan ondervoeding leiden tot verminderde groei.
  • Verlies van calcium en botdichtheid. Malabsorptie van calcium en vitamine D kan bij kinderen leiden tot een verzachting van het bot (osteomalacia of rickets). Bij volwassenen is er een kas op verlies van botdichtheid (osteoporose).
  • Onvruchtbaarheid en miskraam. Malabsorptie van calcium en vitamine D kan bijdragen tot voortplantingsproblemen.
  • Lactose intolerantie. Schade aan de dunne darm kan ervoor zorgen dat u buikpijn en diarree ondervindt na het eten van lactose houdende zuivelproducten, hoewel ze geen gluten bevatten. Zodra uw darm is genezen, kunt u weer zuivelproducten tolereren. Sommige mensen blijven echter lactose-intolerantie ervaren ondanks succesvol beheer van coeliakie.
  • Mensen met coeliakie die geen glutenvrij dieet behouden hebben een groter risico op het ontwikkelen van verschillende vormen van kanker, waaronder darmlymfoom en darmkanker.
  • Neurologische problemen. Sommige mensen met coeliakie kunnen neurologische problemen ontwikkelen, zoals aanvallen of perifere neuropathie (ziekte van de zenuwen die tot de handen en voeten leiden).
  • Bij kinderen kan coeliakie ook leiden tot flauwvallen, vertraagde puberteit, gewichtsverlies, prikkelbaarheid, slecht gebit, bloedarmoede, artritis en epilepsie.

Verschil tussen coeliakie (gluten intolerantie) en glutenallergie

Ten onrechte wordt vaak gedacht dat coeliakie een glutenallergie is. Coeliakie is een intolerantie voor gluten waarbij het slijmvlies van de dunne darm door gluteninname wordt beschadigd en treedt er een afwijkende reactie van het afweersysteem op. Ook bij glutenallergie is het afweersysteem betrokken maar er bestaand duidelijk verschillen tussen coeliakie en glutenallergie, deze verschillen zijn:

  • De verschillen in erfelijkheid. Coeliakie is sterk geassocieerd met de HLA-genen op chromosoom 6. Ook bij voedselallergie is er vaak sprake van een (sterke) erfelijke component, die atopie wordt genoemd, maar die hangt niet samen met de HLA-genen.
  • De verschillen in type antilichamen in het bloed. Bij coeliakie worden de antilichamen gevonden in de IgA-klasse, bij voedselallergie vooral in de IgE-klasse.
  • De verschillen in diagnostiek, onder andere HLA typering, serologie en eventueel dunne darm biopten. Bij voedselallergie wordt de diagnose gesteld door weglaten (eliminatie) en uitlokking (provocatie). Door het weglaten van de ‘verdachte’ allergie-veroorzakende stof (allergeen) uit het eten moeten de klachten (snel) verdwijnen. Door weer gewoon het oorspronkelijke voedsel te eten komen de klachten weer (snel) terug.
  • De verschillen in gevolgen voor de patiënt. Bij coeliakie is sprake van permanente intolerantie voor gluten (en niet voor enig ander voedseleiwit). Bij voedselallergie kan de patiënt ‘eroverheen groeien’. Of dat laatste gebeurt, hangt deels af van het type allergie.

Diagnose stellen coeliakie

Heeft u klachten die overeenkomen met de symptomen van coeliakie? Dan kunt u het volgende doen:

  • Een oriënterende zelftest gebruiken die bepaald of er sprake is van coeliakie. Coeliakiepatiënten maken normaliter het antilichaam anti-tTG IgA aan. Onze zelftest is gebaseerd op het aantonen van dit antilichaam in het bloed. Bij een positief testresultaat is het raadzaam een arts te raadplegen. Deze test kan uitgevoerd bij zowel kinderen als volwassen waarbij de coeliakie symptomen aan de orde zijn.
  • Het is raadzaam om eerstegraadsfamilieleden te testen (ouders, broers/ zussen, kinderen) aangezien directe familieleden een aanzienlijk hoger risico lopen op coeliakie. Bij familieleden is de kans op coeliakie 10 keer zo hoog als bij de algemene bevolking.
  • Verder bloedonderzoek door de huisarts.
  • Verder onderzoek in het ziekenhuis.